Weesgeneesmiddelenarrangement
Weesgeneesmiddelen zijn geneesmiddelen voor zeldzame, vaak ernstige aandoeningen. Een weesgeneesmiddelenarrangement is een set afspraken over de zorg voor een bepaalde aandoening. Het doel van de afspraken is om deze geneesmiddelen op een gepaste manier te gebruiken. De afspraken worden gemaakt door de zorgprofessionals die de zorg leveren, samen met het Zorginstituut, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars.
Afspraken nodig voor passende inzet van weesgeneesmiddelen
Het Zorginstituut beoordeelt voor sommige weesgeneesmiddelen of ze vergoed kunnen worden uit het basispakket van de zorgverzekering. Het gaat dan om die weesgeneesmiddelen die door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in de sluis voor dure geneesmiddelen zijn geplaatst. Zolang geneesmiddelen in de sluis zitten, kunnen ze niet worden vergoed uit het basispakket. De sluis is er voor geneesmiddelen en behandelingen die per patiënt heel duur zijn. Of die per jaar in totaal heel veel gaan kosten, omdat veel patiënten ze nodig hebben. Als het Zorginstituut oordeelt dat een weesgeneesmiddel vergoed kan worden uit het basispakket, is het belangrijk dat dat op een verantwoorde manier gebeurt. Daarvoor wordt een weesgeneesmiddelenarrangement gemaakt.
Het doel van deze set afspraken is om weesgeneesmiddelen passend in te zetten. Oftewel: om ervoor te zorgen dat deze geneesmiddelen gepast gebruikt worden. Daarbij is aandacht voor het verbeteren van de inzet van de geneesmiddelen. En voor een goed verhouding tussen de kosten van de behandeling en wat deze oplevert voor de patiënt. Zo proberen we het gebruik van weesgeneesmiddelen toegankelijk te houden en de kosten te verminderen.
Ga voor meer informatie over gepast gebruik naar de pagina 'Gepast gebruik'.
Waarover worden afspraken gemaakt?
In een weesgeneesmiddelenarrangement kunnen onder andere afspraken worden gemaakt over:
- Het instellen van een indicatiecommissie. Deze commissie geeft advies over het starten of stoppen van een behandeling met een weesgeneesmiddel bij een patiënt.
- De (door)ontwikkeling van start- en stopcriteria. In deze criteria staat beschreven in welke gevallen gestart of gestopt moet worden met de behandeling. Zodat patiënten de juiste behandeling krijgen die voor hen werkt. Daarbij wordt ook gekeken naar de dosering van het weesgeneesmiddel.
- Dataverzameling, bijvoorbeeld door het opzetten van of aansluiten bij een onafhankelijk (internationaal) register. In zo’n register worden onder andere gegevens bijgehouden over het verloop van de ziekte en de effecten van de behandeling. Zo kan onderzoek worden gedaan naar de inzet van weesgeneesmiddelen.
- Evaluatie en monitoring. Bijvoorbeeld over de inzet van geneesmiddelen bij een bepaalde aandoening. Of over welke rapportage het Zorginstituut wil ontvangen.
Partijen zelf verantwoordelijk voor goede afspraken
Het is de verantwoordelijkheid van de betrokken partijen om op een goede en verantwoorde manier de afspraken te maken én uit te voeren. Het Zorginstituut betrekt de partijen in een vroeg stadium van de beoordeling van weesgeneesmiddelen. Zo kunnen zij hun mening geven over de invulling van het arrangement.
Weesgeneesmiddelen in ontwikkeling
Voor weesgeneesmiddelenarrangementen die nog in ontwikkeling zijn, heeft het Zorginstituut contact met de betrokken partijen. Het kan zijn dat we samen met deze partijen een nieuw weesgeneesmiddelarrangement ontwikkelen. Maar ook dat we gezamenlijk aanpassingen doen aan een bestaand arrangement.
Weesgeneesmiddelenarrangementen
Partijen rapporteren aan het Zorginstituut over bestaande weesgeneesmiddelenarrangementen en hoe het daarmee gaat in de praktijk. Als het Zorginstituut vindt dat het arrangement goed is ingebed in de praktijk, dan houdt het zich niet meer actief bezig met de evaluatie ervan. Het weesgeneesmiddelenarrangement blijft bestaan, maar deze laten we dan over aan de partijen.