Advies - Passende aanspraak fysio- en oefentherapeutische zorg
Zorginstituut Nederland heeft samen met veldpartijen onderzocht of een ruimere vergoeding mogelijk is van eerstelijns fysio- en oefentherapie. Dit deden we op verzoek van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het doel is meer passende zorg. Het Zorginstituut adviseert de minister van VWS om op dit moment niets te veranderen aan de vergoeding van eerstelijns fysio- en oefentherapie uit het basispakket van de zorgverzekering. Om goed te kunnen adviseren, moeten veldpartijen eerst 3 randvoorwaarden invullen.
Stand van zaken
Het Zorginstituut heeft dit advies naar de minister van VWS gestuurd.
Samenvatting: advies pas mogelijk na invullen randvoorwaarden
Fysio- en oefentherapie wordt nu niet vergoed uit het basispakket van de zorgverzekering. Alleen voor een aantal ziektes op de zogeheten chronische lijst wordt het wel vergoed. Fysio- en oefentherapie is vaak onderdeel van andere behandelingen. Bij de start van het adviestraject heeft het Zorginstituut 3 randvoorwaarden opgesteld. Die moesten de betrokken partijen invullen om de minister goed te kunnen adviseren.
- De ontwikkeling van een ‘Kwaliteitskader fysio- en oefentherapie’. Daarin beschrijven zorgverleners, patiëntenorganisaties en zorgverzekeraars samen kwaliteitseisen voor goede zorg. Het kwaliteitskader sluiten aan bij het ‘Kader Passende zorg’.
- Fysio- en oefentherapeutische zorg moet waardegedreven zijn. Dit betekent dat de zorg écht moet werken tegen redelijke kosten. Hiervoor is eerst meer inzicht nodig in het effect van fysio- en oefetherapie en wat het oplevert voor de gezondheid van mensen.
- Een advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over passende financiering van eerstelijns fysio- en oefentherapie.
Het is de betrokken partijen nog niet gelukt om aan de randvoorwaarden te voldoen. Daarom adviseert het Zorginstituut de minister van VWS om op dit moment niets te veranderen aan de vergoeding van eerstelijns fysio- en oefentherapie. Vooral het Kwaliteitskader fysio- en oefentherapie was een belangrijke randvoorwaarde.
Maar ook zonder de vergoeding te veranderen, is meer passende zorg mogelijk in eerstelijns fysio- en oefentherapie. Bijvoorbeeld door de samenwerking tussen het ziekenhuis en fysio- en oefentherapie beter te organiseren. Ook is het belangrijk om de toegevoegde waarde van fysio- en oefentherapie goed te onderzoeken. En dat hiervoor voldoende geld beschikbaar is in de onderzoeksprogramma’s van ZonMW. Tot slot zijn samenwerking en de bereidheid om de organisatie van zorg te veranderen cruciaal om knelpunten op te lossen.
Vervolgstappen op weg naar passende zorg
Het uitvoeren van de aanbevelingen van dit advies vraagt om inzet van alle partijen in de fysio- en oefentherapeutische zorg. Het advies is een onderdeel van de beweging naar passende zorg.
Meer informatie of vragen?
Hebt u een vraag over dit advies? Stuur dan een e-mail naar pafoz@zinl.nl.